top of page

27 items gevonden voor ""

  • Anticonceptie na je bevalling

    Wist je dat wij als verloskundigen ook zorg bieden om een zwangerschap te voorkomen? Best een logisch vervolg op je zwangerschap, bevalling en kraamperiode. De meeste vrouwen zitten dan al helemaal niet te wachten op een nieuwe zwangerschap! Maar ja, wat kies je dan? Voor veel vrouwen geldt dat ze na één of meerdere kinderen geen zin meer hebben in een pil of veel hormonen. Vaak hebben vrouwen vóór het krijgen van hun kinderen wel een lange periode de pil gebruikt. Geregeld horen wij dat dit tot klachten heeft geleid, zowel lichamelijk als psychisch en dat vrouwen hier niet meer naar terug willen. Er zijn na de geboorte van je kindje meerdere opties mogelijk! De 3 opties zonder gebruik van hormonen zijn: Condooms; zeer effectief en vaak gebruikt in de periode na je kraamtijd. Zeker in combinatie met het geven van borstvoeding vinden vrouwen dit vaak prettig. Koperspiraal; een koperspiraal is een al lang bestaande en zeer betrouwbare manier van anticonceptie. Vrouwen ervaren hier het voordeel van geen toegevoegde hormonen in hun lijf en hun eigen cyclus blijft zichtbaar en onverstoord. Het kan goed in combinatie met borstvoeding. Cyclusmonitoring; dit kan eigenlijk alleen als je een regelmatige cyclus hebt. In de periode na je bevalling en zeker als je borstvoeding geeft, is dit helemaal niet betrouwbaar en dus zeker geen aanrader! De 5 opties met gebruik van hormonen: Hormoonspiraal; dit is de meest betrouwbare vorm van anticonceptie. Het geeft wel hormoon af maar in veel lagere dosering dan de pil. Daarnaast werkt het plaatselijk en geeft het veel minder klachten door je hele lijf. Een bijkomend voordeel van een hormoon spiraal is dat het je menstruaties zal onderdrukken of laten verdwijnen. Bij een hormoonspiraal kun je kiezen uit een Mirena of Kyleena. Het hormoonspiraaltje kan goed in combinatie met het geven van borstvoeding, de hormonen komen niet/nauwelijks in de borstvoeding terecht. Implanon; dit is een hormoonstaafje dat in je bovenarm onder de huid geplaatst wordt. Het is een betrouwbare vorm van anticonceptie en kan in combinatie met het geven van borstvoeding. De hormonen komen wel in de borstvoeding terecht. Een Implanon kan je menstruaties uitvlakken maar soms ervaren vrouwen juist meer (onregelmatig) bloedverlies. Pil of borstvoedingspil; de pil is zeker weer een optie om te starten na je kraamperiode. De pil heeft echter wel effect op het geven van borstvoeding. Vaak zie je dat de borstvoeding terugloopt door het starten met de pil. Dit kan een onwenselijk effect zijn. Dan is er ook nog de borstvoedingspil (Cerazette). Deze heeft geen invloed op je productie en kan dus gebruikt worden tijdens het geven van borstvoeding. Omdat deze pil geen oestrogenen bevat is het wel van belang om deze pil heel consequent elke dag rond dezelfde tijd te nemen, anders is het niet meer betrouwbaar. Voor beide pillen geldt dat de hormonen wel in de borstvoeding terecht komen. Prikpil; deze vorm van anticonceptie mag in combinatie met borstvoeding. Het nadeel van de prikpil kan zijn dat na het stoppen met prikken lang kan duren voor je weer vruchtbaar bent. De hormonen komen wel in je borstvoeding terecht. Nuvaring; deze plaats je zelf voor het hebben van seks. De Nuvaring wordt afgeraden zolang je borstvoeding geeft. Let op dat combinatiepreparaten zoals de pil en Nuvaring een risico op trombose geven. Dit risico loopt op bij vrouwen die roken en/of boven de de 35 jaar zijn en/of vrouwen met een verhoogde BMI. Heb jij interesse in een spiraaltje of het Implanonstaafje? Dan kun je bij ons op de praktijk terecht! Twee van onze verloskundigen plaatsen spiraaltjes en 1 verloskundige is bekwaam in het verwijderen en plaatsen van een Implanonstaafje. Voor het plaatsen van een spiraaltje kun je vanaf 10 weken na je bevalling terecht. We bespreken de anticonceptie al met je in de kraamperiode. Heb je interesse, dan nemen we de opties met je door en kiezen we de vorm die het beste bij jou past. Je krijgt van ons een recept voor het spiraal van jouw keuze en deze haal je zelf op bij de apotheek. Gewapend met je spiraal kom je dan naar de praktijk voor de plaatsing. We nemen voor het plaatsen van een spiraal de tijd en leggen alles goed uit. Na het plaatsen controleren we met de echo nog of het spiraal goed in de baarmoeder geplaatst is. Afhankelijk van welk spiraal je gekozen hebt, ben je tussen de 5 en 10 jaar beschermd tegen zwangerschap. Wil je op termijn wel zwanger worden, dan verwijderen wij ook weer je spiraal. Voor een Implanonstaafje geldt dat deze al snel (direct) na de bevalling geplaatst kan worden. Ook hier krijg je een recept en we leggen je uit wat we gaan doen. Het Implanonstaafje heeft een werking van 3 jaar. Wil je na verloop van tijd het Implanonstaafje laten verwijderen? Dan kun je je weer melden. Heb jij nog vragen over anticonceptie? Bel ons dan gerust!

  • Geboorteplan of bevalplan

    Steeds vaker hoor je of lees je over het maken van een geboorteplan of bevalplan. Beide staan voor hetzelfde. Wat houdt een geboorteplan in en wat schiet je er nou mee op? Ben je verplicht er een te maken? Lees hier alle ins en outs! Wat is een geboorteplan? Een geboorteplan staat voor een document waarin jij opschrijft wat jouw wensen zijn rondom jouw bevalling en de geboorte van jullie kindje. Er zijn online standaard geboorteplannen te vinden. Wij gebruiken op onze website de link naar de website van deverloskundige.nl. Daar vind je een standaard format met vragen die jou in gedachte door je bevalling heen loodsen. Door zo’n geboorteplan in te vullen, ga je vanzelf nadenken over wat jij vindt van de verschillende onderdelen van een bevalling en hoe jij daar graag mee om zou willen gaan. Soms zal je niet echt een idee hebben over wat je vindt of wil met een bepaald onderdeel. Je kan dit dan open laten of je meer verdiepen in dat onderdeel om zo wellicht te ontdekken wat bij jou past. Vragen die je in een geboorteplan kan tegenkomen zijn o.a. Waar wil je graag bevallen? Denk aan thuis, ziekenhuis of een geboortecentrum. Maar denk ook aan bijvoorbeeld “slaapkamer” of liever “woonkamer” als je daar meer ruimte hebt of het warmer is. Heb je voorkeur voor bepaalde houdingen? Denk aan bevallen in bad of op een baarkruk. Sommige vrouwen willen graag staan of onder de douche blijven. Heb je voorkeur voor pijnstilling? Soms geeft een vrouw aan snel voor een ruggenprik te willen gaan terwijl een ander liever zo natuurlijk mogelijk bevalt. Hoe kijk je naar medische interventies zoals het breken van de vliezen of het doen van een inwendig onderzoek? Heb je moeite met dit soort interventies, zorg dan dat je altijd eerst wil weten waarom een zorgverlener dit wil doen. Wat zijn de voordelen en wat de mogelijke nadelen? En weet dat een zorgverlener altijd eerst jouw toestemming nodig heeft voordat hij/zij kan overgaan tot een interventie. Hoe kijk je naar de bevalling als een keizersnee nodig blijkt? Wil je dat je partner mee gaat, wil je meekijken hoe de baby geboren wordt? Hoe kijk je naar de situatie als de baby met een kinderarts mee moet? Gaat je partner dan met de baby mee of wil je liever dat je partner bij jou blijft? Hoe kijk je naar de communicatie rondom jouw bevalling? Heeft jouw partner hier een actieve rol in? Zij er nog anderen bij jou aanwezig? Schiet je nou iets op met zo’n geboorteplan? Deze vraag krijgen wij geregeld. Want je kan je bevalling toch niet regisseren? En het gaat toch altijd anders dan je denkt of het wordt toch niet gelezen? Dat je je bevalling niet kan regisseren klopt. Er kunnen allerlei omstandigheden voorkomen waar je geen invloed op hebt. Maar waar je wel invloed op hebt, is hoe jij daarmee omgaat en vervolgens hoe wij daarmee omgaan! Als iemand een geboorteplan heeft waar in staat dat ze graag thuis en zo natuurlijk mogelijk wil bevallen, zal ons dat helpen onze zorg daar op af te stemmen. Zelfs als er dan een medische indicatie ontstaat, kunnen we zorgen voor een zo huiselijk mogelijke sfeer en een zo natuurlijk mogelijke benadering. Misschien kan je dan met een medische indicatie toch nog in het ziekenhuis in bad bevallen bijvoorbeeld! Met iemand die graag pijnstilling wil, zullen we wat sneller naar het ziekenhuis gaan om de hele procedure te laten starten en iemand niet lang te laten wachten. Als je hebt aangegeven graag op de baarkruk te willen bevallen, zullen we deze meenemen bij jouw bevalling. Maar verreweg het belangrijkste is goede communicatie! Hierin speelt jouw zorgverlener een hele belangrijke rol. Binnen het Geboortehuis staat goede communicatie met stip op nummer 1. We vinden het heel belangrijk je steeds te vertellen wat er gaande is, welke wegen we kunnen bewandelen en welke keuzemogelijkheden je hebt. Naast dat wij goed met jou willen communiceren, is het andersom net zo belangrijk. Zorg dat jij en je partner steeds goed begrijpen wat de situatie is door dit actief te bevragen! Denk aan vragen als: Kun je me uitleggen wat dit betekent? Wat kunnen we in deze situatie doen? Zijn er meerdere opties? Zitten er voordelen en/of nadelen aan? Zijn er risico’s? Zijn er ingrepen nodig? Moeten deze ingrepen meteen gedaan worden of kan dat ook later? Mogen we er even over nadenken? Wat nou als we even niets doen en afwachten? Wij gebruiken graag de B.R.A.I.N.S. methode, daarin zitten bovenstaande vragen verwerkt. Goede communicatie heeft een vergaande invloed op de beleving van jouw bevalling. Slechte communicatie kan de meest mooie bevalling in een vervelende ervaring veranderen. Maar goede communicatie kan de meest lastige complicaties tot een goede ervaring maken. Je niet gezien of gehoord voelen, je geen onderdeel van het proces voelen of het niet respecteren van jouw grenzen zorgen voor een nare ervaring. Door te vragen, door mee te denken in het proces en door aan te geven wat jouw grenzen zijn, zal je veel beter terugkijken op jouw bevalling. Dus vraag en wees niet bescheiden! Het is jouw bevalling en jouw lijf! Samen maken we er een prachtige beleving van! Ben je verplicht een geboorteplan te maken? Nee, je bent nooit ergens toe verplicht! Voel je vrij een geboorteplan te maken maar als je niet weet wat je ermee aan moet of liever de bevalling met een open vizier aangaat, is dat net zo goed! Vind je het lastig om een geboorteplan te maken maar zou je het wel graag willen? Vraag dan advies aan een van ons tijdens je controle op de praktijk. Je kunt ook kijken op onze bevalpagina, waar je ook een lege pdf template kun https://deverloskundige.nl/bevalling/tekstpagina/30/geboorteplan/

  • Vitamine K: een bloedstollende vitamine

    Na de geboorte van je kindje krijg je van de verloskundige de vraag: ‘Wil je dat we de baby vitamine K geven?’ Omdat je op dat moment waarschijnlijk bezig bent met heel andere dingen, is het goed om hier van tevoren over na te denken. Vitamine K heb je nodig voor een gezonde bloedstolling. Vitamine K kunnen we niet goed opslaan in ons lichaam, en daarom moeten we steeds een beetje vitamine K uit onze voeding halen. Vitamine K zit onder andere in groene bladgroenten, verschillende fruitsoorten, en in mindere mate in melk, vlees en eieren. De (goede) bacteriën in onze darmen maken ook vitamine K voor ons. Een vitamine K-gebrek bij gezonde volwassenen komt vrijwel nooit voor. Een baby wordt geboren met een lage hoeveelheid vitamine K in het lichaam. Vitamine K komt namelijk niet door de placenta (moederkoek), waardoor de moeder geen vitamine K kan overdragen naar de baby in de baarmoeder. Borstvoeding bevat maar weinig vitamine K. Waarom dit zo is, weten we niet goed. Een pasgeboren baby heeft ook nog niet veel bacteriën in de darmen die vitamine K maken. Een baby heeft daarom weinig vitamine K om de bloedstolling goed te regelen. Als er bij een baby ergens in het lichaam een bloeding optreedt, kan hij de bloeding minder goed zelf stoppen dan een ouder kind of een volwassene. Bloedingen door te weinig vitamine K komen gelukkig zelden voor. Als het gebeurt kunnen ze wel ernstig zijn en soms zelfs leiden tot overlijden van de baby, bijvoorbeeld bij een hersenbloeding. Bij baby’s die geen vitamine K krijgen na de geboorte, komen ernstige bloedingen voor bij 9 op de 100.000 baby’s. Het toedienen van vitamine K is erg effectief. Als we de baby na de geboorte vitamine K geven, wordt de kans op een ernstige bloeding heel erg klein. Baby’s die ondanks de vitamine K toch een bloeding krijgen, hebben vaak een ziekte waardoor vitamine K niet goed kan worden opgenomen in het lichaam. Na de geboorte geeft de verloskundige, als je dat wilt, de baby een paar druppels vitamine K in het mondje van de baby. We doen dit met een klein spuitje. Dit is voldoende voorraad voor een week. Als de baby 8 dagen oud is, geef je de baby zelf iedere dag druppeltjes vitamine K. Gebruik hiervoor speciale vitamine K voor baby’s. Je kunt deze halen bij de drogist. Er zijn vitamine K-druppels in water of olie. Beide zijn goed. Meestal zit in deze druppeltjes ook vitamine D, wat ook aanbevolen is voor baby’s. Op de verpakking staat hoeveel druppels je per dag moet geven. Vitamine K zit ook in kunstvoeding. Als je baby meer dan 500 ml kunstvoeding per dag drinkt, hoef je niet apart vitamine K bij te geven. Als je van plan bent om kunstvoeding te geven, krijgt je baby wel vitamine K van de verloskundige aangeboden vlak na de geboorte. De baby drinkt de eerste dagen namelijk nog maar weinig. Vitamine K heeft voor zover we weten geen bijwerkingen. Het toedienen van vitamine K is niet verplicht: je bepaalt zelf of de verloskundige je baby vitamine K geeft.

  • Apgar Score

    De Apgar score, wat is dat precies en waar kijk je naar. Wat betekenen de cijfers die je een baby geeft? Lees hier alles ins en outs! De Apgar score is een visuele test die door een verloskundige of gynaecoloog afgenomen wordt in de eerste minuten na de geboorte van een baby. Het geeft de conditie van de baby weer en geeft de verloskundige of gynaecoloog informatie of de baby wellicht extra ondersteuning of zorg nodig heeft. De test is ontwikkeld in 1949 door Virginia Apgar, een Amerikaanse chirurg, hoogleraar en anesthesiologe. De test werd later nog wat aangepast en in 1952 gepubliceerd en gebruikt zoals we het vandaag de dag nog steeds gebruiken. De Apgar score wordt 3 keer na de geboorte gedaan; na 1 minuut, na 5 minuten en na 10 minuten. Met de Apgar score wordt er naar 5 vitale onderdelen gekeken van een pasgeboren baby. Hartslag Ademhaling Kleur Spierspanning Prikkelbaarheid (huilen, reactie op prikkels) Op elk vitaal onderdeel kan je baby 2 punten “scoren”. De optelsom van deze punten geven aan in wat voor conditie het kindje is. Hartslag: boven de 100 slagen per minuut = 2 punten, onder de 100 slagen per minuut = 1 punt en zonder (hoorbare) hartslag = 0 punten Ademhaling: normale krachtige ademhaling of huilen = 2 punten, zwakke of onregelmatige ademhaling = 1 punt, niet zelfstandig ademen = 0 punten Kleur: gezonde, roze huidskleur (ook bij donker getinte baby’s) = 2 punten, roze lijfje maar blauwe handjes en voetjes = 1 punt, bleke, blauwe kleur = 0 punten Spierspanning: normale spierspanning, de baby beweegt armpjes en beentjes = 2 punten, matige spierspanning, de baby beweegt niet zijn armpjes en beentjes = 1 punt, geen spierspanning, de baby is slap = 0 punten Prikkelbaarheid: een huilende, proestende, niezende of alerte baby = 2 punten, zwakke geluidjes of alleen op prikkelen reageren = 1 punt, geen reactie op prikkels = 0 punten Over het algemeen hoeven we een kindje niet na te kijken om een Apgar score te bepalen. Dit gaat meestal geruisloos, we doen de test in ons hoofd door enkel te observeren. De meeste baby’s worden met een goede Apgar score geboren. Het meest voorkomend is een Apgar score van 9-10-10. Dan zal de baby na de geboorte al snel huilen en roze kleuren. Meestal hebben ze dan nog wat blauwe handjes en voetjes, vandaar de 9. Na 5 minuten hebben de meeste gezonde baby’s een 10 gescoord en blijven ze dit vasthouden. De Apgar score geeft inzicht in de conditie van de baby in de eerste minuten na de geboorte. Alles tussen de 7 en 10 valt onder een normale tot goede conditie. Als een kindje na 5 minuten een Apgar score onder de 6 heeft, is dat afwijkend en heeft een kindje extra ondersteuning nodig. Dan wordt een kinderarts ingeschakeld. Als een kindje geboren wordt en niet meteen huilt en roze kleurt, zullen we de baby wat stimuleren door hem/haar droog te wrijven met warme doeken en wat te prikkelen onder de voetjes. Ook kan het helpen de baby even wat te bewegen door hem/haar op te pakken en wat te verleggen op moeders borst. Als dit stimuleren niet het gewenste effect heeft en de baby reageert niet/nauwelijks op de prikkels en wil niet goed zelfstandig ademen, dan kunnen we de baby helpen door wat beademing te geven via een baby-zuurstofmaskertje en de ballon. Hiermee helpen we de longen van de baby te ontplooien zodat de baby het daarna zelfstandig verder kan doen. Soms heeft een baby wat langer ondersteuning nodig van het beademen. In uitzonderlijke gevallen zal een baby gereanimeerd moeten worden om ook het hartje van de baby te ondersteunen. Gelukkig komt dit bij een normaal verlopen bevalling heel zelden voor. Bij bevallingen met medische complicaties, kan zoiets wat vaker voorkomen. Gelukkig is dan het team van kinderartsen dichtbij om te helpen. Voor alle zorgverleners geldt dat ze elk jaar weer trainen/oefenen met het reanimeren van baby’s om in die ene uitzonderlijke situatie goed te kunnen handelen. Op de verloskamer in het ziekenhuis is altijd een reanimatietafel met zuurstof voor de baby aanwezig. Voor alle verloskundigen die ook thuisbevallingen begeleiden, geldt dat ze altijd bij elke bevalling een zuurstof en beademingsset bij zich hebben. Deze wordt altijd klaargezet voor het geval dit nodig blijkt te zijn. Gelukkig gaat de zuurstoffles en beademingsballon meestal ongebruikt de tas weer in!

  • Miskraam

    Je bent net zwanger en ineens heb je ook bloedverlies, wat betekent dat? Is dat normaal of juist niet? Wat kan je doen? Je bent net zwanger en hebt een positieve test in handen. Je belt met de verloskundige en maakt je eerste afspraak. En dan begint het lange wachten. Wat gebeurt er nu in je buik, ontwikkelt het goed, is er straks een kloppend hartje te zien op de echo? Is het wel echt waar dat je zwanger bent? Misschien nog een tweede test doen voor de zekerheid. Voel je je zwanger, heb je klachtjes en kwaaltjes? De een ervaart veel klachten, de ander bijna niets. Zegt dat dan iets over de zwangerschap? En wat nou als je ineens wat bloedverlies hebt? Is dat dan altijd een slecht teken? Of ervaar je buikkrampen/menstruatiepijn? Is dat dan normaal of niet? Kortom, een hoop vragen en twijfels aan het begin van je zwangerschap. Zodra je een positieve test hebt, ben je zwanger. Je lijf maakt dan het HCG hormoon aan en dat komt in je urine terecht. De start en ontwikkeling van een zwangerschap en een vruchtje is een wonderbaarlijk maar tevens lastig proces. Er kan in dit prille proces snel iets niet goed gaan waardoor je lijf besluit dat het moet stoppen met groeien en ontwikkelen. Meestal is dit dus een natuurlijke reactie van je lijf. We noemen het stoppen van groei en ontwikkeling een miskraam. Het grootste percentage van de miskramen treden vroeg op, voor de 8ste week. Wat kan jij hiervan merken? Dat is best uiteenlopend. Als je lijf en baarmoeder snel in de gaten hebben dat de zwangerschap zich niet meer ontwikkelt, zul je gaan vloeien. Meestal begint dit met bruinige afscheiding wat in een aantal dagen kan toenemen naar helderrood bloedverlies met een hoeveelheid als een menstruatie of zelfs iets meer. Vaak gaat dit gepaard met krampen. Deze kunnen aanvoelen als menstruatiekrampen maar ook heviger zijn. Tevens zien veel vrouwen ook stolseltjes die van klein (sliertjes) naar groot (golfbal) kunnen variëren. Als een zwangerschap al wat verder gevorderd is (voorbij de 6 weken), kunnen vrouwen soms het vruchtzakje ontdekken en soms zelfs het kindje zien. Als je het vruchtzakje of kindje in een bakje water legt, kun je goed zien hoe het er in je buik uit heeft gezien. Het kan ook zo zijn dat je zwangerschap zich niet goed ontwikkelt en je niets merkt. Je voelt je gewoon zwanger, je hebt geen bloedverlies of krampen en dan blijkt bij de echo ineens dat de zwangerschap niet goed is en er geen hartje klopt. Ook kunnen vrouwen wat bloedverlies ervaren in de eerste weken van de zwangerschap zonder dat dit een signaal van miskraam is. Soms hoort bloedverlies erbij en ontwikkelt de zwangerschap zich normaal. We zullen altijd met je meekijken wat de reden van het bloedverlies dan is. De enige manier om te ontdekken of jouw zwangerschap zich goed ontwikkelt, is door het maken van een echo. Deze maken we rond de 8ste week van de zwangerschap. Mocht je te maken hebben met bloedverlies of heb je eerder een miskraam gehad? Dan maken we deze eerste echo wat eerder. Onder de 6 weken is het kindje nog te klein om een kloppend hartje te kunnen zien en heeft een echo nog geen toegevoegde waarde. Niet alle miskramen komen spontaan opgang. Als we constateren dat een zwangerschap zich niet meer ontwikkelt en je lijf zelf geen of weinig signalen geeft, kunnen we je verwijzen naar de gynaecoloog. De gynaecoloog zal in de meeste gevallen medicatie (combinatie van orale en vaginale tabletjes verspreid over 1,5 dag) voorschrijven die ervoor zorgt dat de baarmoeder gaat krampen. Op die manier krijgt je baarmoeder een zetje om alsnog te doen wat nodig is. In meer uitzonderlijke gevallen kan een curettage nodig zijn maar dit is niet de eerste keuze. Miskramen hebben vaak een grote emotionele impact. Voor de meeste vrouwen/stellen geldt dat ze een kinderwens hebben. Deze zien ze dan in vervulling gaan met een positieve test. Het dromen begint vaak onbewust meteen al; wanneer wordt de baby geboren, wordt het een jongen of een meisje, straks zijn we een gezin, hoe gaat de babykamer eruit zien? Treedt er een miskraam op, dan is het ineens (voorlopig) een eind aan deze droom. Een dikke streep door je wens en je toekomstbeeld. Dat is niet zomaar iets, Het kost tijd een miskraam te verwerken. Het heeft een plekje nodig in je hoofd en in je hart. Voor de een zal het voelen als een rouwproces terwijl een ander het met minder emotionele lading een plekje kan geven. Ook tussen jou en je partner kan er verschil zijn in beleving van verlies en verwerking. Praat hier samen over en heb begrip voor elkaars proces. Ook bij ons kan je terecht om te praten over je gevoelens en verdriet.

  • Borstvoeding

    Borstvoeding geven, een super mooie fijne en rijke ervaring? Of pijnlijk, ellendig en een totale afrader…? Wat is waar en hoe ga je om met het maken van een keuze voor borstvoeding of juist kunstvoeding? We besteden bij onze Centering Pregnancy bijeenkomsten altijd 1 volledige avond aan de voor-en nadelen, plussen en minnen en ervaringen van zowel borst als flesvoeding. Opvallend is altijd dat de lijst met plussen en minnen vrijwel even lang is. Voordat we deze avond starten, beginnen we altijd met het belangrijkste; namelijk dat wat je ook kiest, het is altijd goed! Het geven van borstvoeding is gemakkelijk, je hebt het altijd bij je, op de juiste temperatuur en in de juiste samenstelling. Maar het starten met geven van borstvoeding is soms alles behalve gemakkelijk! Je baby is net geboren en heeft nog nooit aan een borst gedronken. Je baby heeft een natuurlijke zoek en zuigreflex meegekregen wat uiteraard helpt. Voor veel baby’s geldt dat ze hiermee de tepel kunnen pakken en kunnen drinken. Maar er zijn ook veel baby’s die de zoek en zuigreflex niet zo sterk hebben en niet goed weten wat ze met de borst aan moeten. Veel oefenen en geduld is hierbij nodig. Ook is iedere borst verschillend. Grote borsten en kleine, grote tepels en kleine, vlakke tepels of extreem gevoelige tepels. Zo vanzelfsprekend is het dus niet! Een goede voorbereiding kan de start al beter maken. Je kan bijvoorbeeld een (online) informatieavond van een lactatiekundige volgen voor een goede kennis van zaken; wat kan je doen om tepelkloven tegen te gaan, wat doe je met stuwing en hoe werkt kolven nou eigenlijk? Hoe leg je goed aan, welke houdingen kun je aannemen en hoe weet je of de baby genoeg gedronken heeft? Verder zal je in de kraamweek hulp en adviezen krijgen van je verloskundige en geeft je kraamverzorgende ondersteuning bij de voedingen. Zij kan een paar voedingen per dag met je samen doen en je zo van alles leren over het geven van borstvoeding. Soms zien we dat een moeder meer nodig heeft. Dan kun je een lactatiekundige inschakelen. Dit zijn de borstvoedingsexperts! Vaak wordt een consult van een lactatiekundige vergoed door je zorgverzekering. De eerste kraamweek is enorm investeren, dan is er nog soms weinig makkelijks en romantisch aan het geven van borstvoeding te ontdekken. Maar als het je lukt om hier met je baby goed doorheen te komen en de stijgende lijn zichtbaar wordt, dan komt voorzichtig het genieten om de hoek kijken. Want hoe tof is het als je je kindje volledig kan laten groeien op jouw borsten! Er zitten veel voordelen aan het geven van borstvoeding; - Antistoffen in de borstvoeding zullen je kindje beschermen tegen ziektes en allergieën - De voeding past zich aan aan de behoefte van je kindje - Het is altijd vers en warm - Het vele huid-op-huid contact komt de hechting van je kindje ten goede - De darmflora van je baby ontwikkelt beter - Je kindje heeft nooit obstipatie - Je kindje heeft een betere mondgezondheid (minder kans op gaatjes op latere leeftijd) - Minder kans op overgewicht en hoge bloeddruk op latere leeftijd - Minder kans op oor-neus-keelontstekingen - Hoger IQ Ook voor jou zitten er voordelen aan het geven van borstvoeding: - Je baarmoeder zal na de bevalling sneller krimpen - Minder bloedverlies na de bevalling - Sneller verlies van je zwangerschapskilo’s - Zolang je volledig voedt, komt meestal je menstruatie nog niet opgang - Minder kans op het ontwikkelen van borst en eierstokkanker Voor alle voordelen geldt dat ze beter tot hun recht komen naar mate je langer borstvoeding geeft. De WHO (Wereld Gezondheidszorg Organisatie) adviseert om je kindje tenminste 6 maanden volledig te voeden en daarna tot een jaar aangevuld met andere voeding. Nadelen heeft het geven van borstvoeding ook: - Je zal borstvoeding geven eerst moeten leren - Jij bent altijd degene die de voeding moet geven - Geef jij de voeding niet, dan zal je moeten kolven - Het kost veel energie, veel vrouwen voelen zich moe in deze periode - Je kan met pijn te maken krijgen; stuwing, tepelkloven, een schimmelinfectie of borstontsteking - Je kan lastig zien hoeveel je kindje drinkt - Voeden en werken kan een lastige combinatie zijn - Je moet opletten met medicatie en alcohol - Voeden in het openbaar kan een drempel zijn Op welke wijze je het geven van borstvoeding beleeft is persoonlijk. Juiste informatie en ondersteuning is belangrijk, maar geef zeker ook gehoor aan het gevoel wat jij erbij hebt en blijf eerlijk naar jezelf. Als het niet gaat en je wordt ongelukkig van de situatie, durf dan ook voor jezelf te kiezen. Soms betekent stoppen met borstvoeding een gelukkigere moeder! Vraag informatie en begeleiding als je die nodig heb!

  • Hands-off bevalling

    Ooit gehoord van een hands-off bevalling? Dit is het begeleiden van een bevalling waarbij de verloskundige geen handelingen uitvoert maar met “de handen op de rug” het proces aanschouwt en in de gaten houdt. Hoe werkt dat dan precies? Bij een hands-off bevalling verricht je als verloskundige geen inwendig onderzoek, je breekt geen vliezen, je pakt niet de baby aan en je laat de placenta spontaan geboren worden. Je laat de barende vrouw volledig “in control”. Zij geeft aan wat ze voelt en vertrouwt volledig op de signalen van haar lichaam. Wij hebben enkel een coachende rol en stemmen dit af op de behoefte van de barende vrouw. Dus we coachen actief als de barende vrouw daar behoefte aan heeft of houden ons op de achtergrond als onze coaching niet nodig is. Hoe weet je dan dat de bevalling goed verloopt? Wij zijn als verloskundigen heel goed in staat om aan de uitwendige signalen de voortgang van de bevalling te zien. De weeën geven met hun frequentie, duur en sterkte aan bij welke fase ze passen. Wij kunnen op basis van de weeën inschatten of een barende vrouw bijvoorbeeld in de latente of actieve fase zit. Het wel of niet gebroken zijn van de vliezen of het moment waarop de vliezen breken, geven ons ook inzicht in waar het proces zich bevindt. Verder is het verlies van slijm en/of bloed een teken van ontsluiting. Zelfs misselijkheid en/of spugen en/of ontlasting kunnen een signaal voor ons zijn! Als een barende vrouw persdrang krijgt, zie je dit als een reflex door de baarmoeder heen trekken. Dit betekent vrijwel altijd dat er volledige ontsluiting is. Bij het persen verwacht je, in ieder geval als het niet je eerste bevalling is, dat er met ongeveer een half uur een kindje zichtbaar moet zijn. Vaak is dit het geval een een bevestiging dat de barende vrouw dichtbij het einde van de bevalling gekomen is. Als het kindje dan echt geboren wordt, kan de barende vrouw en/of haar partner de baby opvangen. Wanneer doe je dan wel iets? Wat wij bij een hands-off bevalling wel doen is af en toe naar het hartje van de baby luisteren. We vinden het prettig om zeker te weten dat de baby oké is zodat we het proces alle ruimte kunnen geven. Het vaststellen van de conditie van de baby kan alleen door af en toe naar de hartslag te luisteren. Verder verrichten we alleen een handeling als de barende vrouw daarom vraagt. Soms merken we dat de vrouw in het proces toch even bevestiging wil hebben dat ze op de goede weg is en vraagt ze om een inwendig onderzoek om de ontsluiting te constateren. Tenslotte verrichten we alleen een handeling als we inschatten dat de situatie dit nodig heeft. Dit gaat dan uiteraard altijd in overleg met de barende vrouw. Dit kan bijvoorbeeld zijn als het lijkt dat het proces stagneert of als de hartslag van de baby daalt tijdens of na een wee. Hoe vaak komt een hands-off bevalling voor? Er wordt niet zo vaak om een hands-off bevalling gevraagd. Wel komen we vaak in de geboorteplannen tegen dat vrouwen vragen zo terughoudend mogelijk te zijn met “interventies” zoals een inwendig onderzoek, het breken van de vliezen of het geven van oxytocine na de geboorte van de baby. Binnen onze praktijk zijn we juist fan van zoveel mogelijk hands-off werken en begeleiden we regelmatig een bevalling waarbij we geen inwendig onderzoek hebben gedaan en alleen een coachende rol hebben gehad. Dat vinden wij bij uitstek geweldig om te doen en mee te maken! O ja, hands-off bevallen kan zowel thuis als bij een poliklinische bevalling in het ziekenhuis! Heb jij vragen over hands-off bevallen? Wil jij dit ook graag? Bespreek het met ons tijdens je controle op de praktijk.

  • Bloedonderzoek in het eerste trimester

    Aan het begin van je zwangerschap, als je ongeveer 11-12 weken zwanger bent, zullen we je vragen om bloedonderzoek te laten doen. Wat wordt er allemaal bekeken? Bij dit bloedonderzoek worden er verschillende waarden in je bloed beoordeeld: Bloedgroep en rhesusfactor; je bloedgroep kan A, B, AB of O zijn. Je rhesusfactor kan positief of negatief zijn. Bij de beoordeling van je bloedgroep en rhesusfactor, is het vooral belangrijk om te weten of je rhesus positief of negatief bent. Bij vrouwen met een negatieve rhesusfactor zullen we later in de zwangerschap aanvullend onderzoek doen naar de rhesusfactor van de baby. Indien deze positief blijkt te zijn, krijg je bij 30 weken zwangerschap en na de bevalling een prik met anti-D. Deze prik zorgt ervoor dat jouw rhesus negatieve bloed niet reageert op het rhesus positieve bloed van je baby. Irregulaire antistoffen; hieronder verstaan we een soort verzamelbak van allerlei antistoffen die kunnen ontstaan als je in contact bent geweest met “vreemd” bloed. Denk hierbij aan het hebben gehad van een bloedtransfusie maar ook een miskraam of eerdere zwangerschap kan de aanwezigheid van irregulaire antistoffen veroorzaken. De meeste van deze antistoffen zijn onschuldig en hebben geen effect op de baby maar soms kunnen deze antistoffen wel effect hebben op de baby. Dan zullen er aanvullende bloedonderzoeken gedaan worden en de baby met echo’s goed in de gaten gehouden worden. Dit komt gelukkig heel weinig voor. Hb/MCV; je Hb staat voor hemoglobine of wordt ook wel je ijzergehalte genoemd. Het zegt iets over de hoeveelheid rode bloedlichaampjes in je bloed. Deze vervoeren het zuurstof in je lijf. Heb je een laag ijzergehalte dan is je Hb laag en heb je relatief weinig rode bloedlichaampjes om je zuurstof te vervoeren. Je krijgt dan klachten van moeheid, kortademigheid en wit zien. Meestal kun je door het slikken van ijzertabletjes, je Hb gehalte omhoog krijgen. Soms echter is er geen sprake van ijzer tekort maar kan er ook een tekort aan vitamine B12 zijn waardoor je Hb laag is. Enkele mensen hebben een onderliggende ziekte zoals thallassemie of sikkelcelziekte waardoor er een laag Hb is. Het MCV kan ons daar meer inzicht in geven. Vitamine D; met zeer grote regelmaat zien we zwangere vrouwen met een te laag vitamine D gehalte. We hanteren een waarde van 80 en hoger als goed. Tussen de 50 en 80 heb je een tekort. Onder de 50 heb je een ernstig tekort. Een te laag vitamine D gehalte heeft geen schadelijk effect op de zwangerschap of baby maar je zal je moe en lusteloos voelen. Bij een langdurig tekort aan vitamine D zal dit ongunstig voor je botten zijn. Vitamine D is heel gemakkelijk extra te nemen, we zullen je hierover informeren! Hepatitis B; dit is een infectieziekte die we gelukkig in Nederland weinig tegenkomen. Hepatitis B is een leverziekte veroorzaakt door een virus. Je kan genezen van hepatitis maar je kan het ook chronisch met je meedragen. Deze ziekte kan je bij een zwangerschap aan je kindje zou kunnen overdragen. Door je baby direct na de geboorte te vaccineren, kunnen we die kans heel klein maken. HIV; dit is een een ook infectieziekte die je in een zwangerschap aan je kindje zou kunnen overdragen. Door het gebruik van HIV remmers, is deze kans van 30-40% te verlagen naar nog maar 0-2%. Syfilis (Lues); dit is ook een infectieziekte die valt onder de SOA’s. Een actieve syfilis infectie in de zwangerschap kan leiden tot ernstige complicaties als een miskraam, vroeggeboorte, groeivertraging of aangeboren syfilis bij de baby. Op indicatie kunnen we aanvullend onderzoek doen: Nuchtere glucose; deze prikken we alleen bij vrouwen met een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes. Denk hierbij aan vrouwen met een BMI boven de 30, vrouwen die uit mediterrane landen komen, vrouwen met een eerstelijns familielid met diabetes type 2 en vrouwen die in een eerdere zwangerschap te maken hebben gehad met zwangerschapsdiabetes of een zware baby. Parvo B19; bij vrouwen met 1 of meerdere jonge kinderen thuis of vrouwen die met jonge kinderen werken, zullen we kijken naar antistoffen voor het Parvo B19 virus. Dit virus is beter bekend als de 5de ziekte. Een onschuldige kinderziekte maar als je deze in de zwangerschap krijgt, kan dit tot een miskraam leiden. Gelukkig heeft een groot percentage van de volwassen mensen hier antistoffen voor. Varicella Zoster virus; beter bekend als de waterpokken. Weet je niet of je de waterpokken hebt gehad? Dan zullen we dit controleren in je bloed. Schildklierfunctie; dit controleren we alleen als daar aanleiding voor is en altijd in overleg met je huisarts. Heb je vragen over het eerste trimester bloedonderzoek? Vraag het ons tijdens het spreekuur of bel gerust!

  • Bekkenklachten

    Een zeer vervelende klacht die tijdens een zwangerschap kan opspelen is pijn aan het bekken. Hoe zit dit precies en wat kan je er tegen doen? Achtergrond: Tijdens je zwangerschap, al in een vroeg stadium gaan de banden en spieren in je lijf verweken onder invloed van de zwangerschapshormonen. Je buikspieren gaan verslappen en de spieren van je bekkenbodem zullen verweken. Dit is een noodzakelijk proces. Het bekken krijgt op deze manier meer ruimte om straks de baby bij de bevalling door te kunnen laten. Het bekken wordt hiermee “instabiel”. Vroeger noemde we deze klachten bekkeninstabiliteit maar dat is een onjuiste benaming want elk bekken van elke zwanger vrouw wordt instabiel. Echter kan deze instabiliteit bij sommige vrouwen (ernstige) klachten geven, het evenwicht is dan verstoord, terwijl andere zwangeren nauwelijks last hebben. Klachten: Vrouwen kunnen verschillende soorten klachten ervaren vanuit hun bekken. De pijnplekken zijn de lage onderrug (SI gewricht), de heupen en/of het schaambot. De pijn kan soms uitstralen omhoog en hoofdpijn veroorzaken. Ook kunnen de klachten uitstralen naar beneden en pijnscheuten geven in de benen. Dit kan enkelzijdig voorkomen maar ook aan beide kanten. Het liggen op je rug kan pijnlijk zijn. Je schaambot kan heel beurs aanvoelen. Ook kun je klachten ervaren van de bekkenbodemspieren. Je bekkenbodem kan heel zwaar aanvoelen en daarmee pijnlijk als je gaat zitten of bijvoorbeeld fietsen. De werking van je bekkenbodem kan slechter worden waardoor je bijvoorbeeld ongewenst urineverlies kan hebben. Wat te doen: Dit klinkt allemaal niet heel prettig maar er zijn best een hoop dingen die je kan doen de klachten te verminderen! Het is belangrijk dat je niets forceert. Vermijd plotselinge bewegingen (zoals sporten als hockey of tennis) en zware bewegingen (zoals zwaar huishoudelijk werk of zwaar tillen). Denk hierbij ook aan een peuter in huis die je misschien regelmatig tilt. De meeste mensen doen dit asymmetrisch (kind op de heup) en dit kan veel klachten veroorzaken! Zoek dus naar manieren om je kind niet of nauwelijks te tillen, opstapjes in huis kunnen hier goed bij helpen! Zoek balans tussen beweging en rust. Teveel bewegen is belastend en zal klachten geven. Niet of weinig bewegen zal je spieren slap maken waardoor klachten ook toenemen. Zorg dat bij zowel zitten, staan als liggen je bekken zoveel mogelijk in balans is. Zit goed rechtop en niet te lang achter elkaar. Zit nooit met je benen over elkaar geslagen! Sta niet te lang achter elkaar, ga liever wat lopen. Als je toch een tijdje staat, zorg dat je recht staat en niet door 1 heup zakt. Als je ligt of gaat slapen, liggen de meeste zwangere vrouwen op hun zij. Je knieën liggen dan vaak op elkaar. Deze houding veroorzaakt spanning op je bekken omdat je knieën niet meer symmetrisch lopen ten opzichte van je bekken. Dit is heel gemakkelijk op te lossen door een kussen tussen je knieën te leggen terwijl je slaapt. Dit kan zomaar een hele nacht rust voor je bekken betekenen en daarmee veel minder klachten gedurende de dag! Het maken van asymmetrische bewegingen kunnen ook pijnlijk zijn, denk hierbij aan de trap op lopen of uit de auto stappen. Heb je last van traplopen? Ga dan in kleinere stapjes omhoog en vermijd het vaak lopen van de trap. Soms gaat achteruit lopen beter dan vooruit lopen. Bij het uit de auto stappen kan je eerst je lijf een kwartslag draaien en dan met 2 benen tegelijk uitstappen. Extra ondersteuning: Heb je ondanks deze tips toch blijvende of toenemende klachten? Dan is het verstandig om een professional in te schakelen. Denk aan een bekkenfysiotherapeut, een chiropractor of manueel therapeut. Wacht niet te lang met het inschakelen van een therapeut. Hoe sneller je iets aan je klachten doet, des te beter zal je bekken zich door de zwangerschap heen slaan! Tips: Bekkenfysiotherapie: Pelvicmotion in Naarden: https://pelvicmotion.nl Movement Therapy in Naarden: https://www.movementtherapy.nl/movement-therapies/ment-to-move-zwanger/ Praktijk Oefentherapie Bussum: https://oefentherapie-bussum.nl Chiropractiepraktijk Vivante Bussum: https://praktijkvivante.nl Chiropractiepraktijk Hilversum: https://chiropractiehilversum.nl FysioHolland: https://fysioholland.nl/zwangerfit/ Vitaalbelang: https://www.vitaalbelang.com Heb je nog vragen? Bel ons gerust!

  • Volmeldingen

    Een volmelding? Wat is dat? En hoe gaan we daarmee om? Volmelding: Een volmelding in de verloskunde betekent dat een ziekenhuis geen cliënten meer kan aannemen op de verloskamers. De verloskamers zijn dan vol en er kan pas weer een barende vrouw bij komen als er een andere bevallen is en de kamer weer opgeruimd en schoon. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een volmelding. Want niet altijd gaat het om volle verloskamers. Het kan zo zijn dat bijvoorbeeld de kinderafdeling vol is. Op het moment dat dit zo is, kan het ziekenhuis niet de garantie geven dat jouw baby de juiste opvang krijgt als dit nodig is. Op zo’n moment worden er dan even geen nieuwe bevallingen aangenomen tot de kinderafdeling wel weer een opvang kan doen. Ook kan een volmelding te maken hebben met een tekort aan personeel. Ondanks dat iedereen zich volledig inzet, is een tekort niet altijd op te lossen. Met te weinig personeel kan het ziekenhuis geen goede zorg garanderen en ook in zo’n geval wordt er besloten een volmelding af te geven. Een hele enkele keer kan er sprake zijn van overmacht door bijvoorbeeld een technische storing. Het kan dus zo zijn dat er een lege verloskamer zichtbaar is maar deze niet ingezet kan worden door omstandigheden op andere afdelingen. Ook houdt het ziekenhuis altijd een “noodverloskamer” vrij. Deze is ten alle tijden in te zetten voor situaties waarin er direct gehandeld moet worden omdat er sprake is van een nood/spoedsituatie. Daarnaast hebben de ziekenhuizen bij volmeldingen ook nog te maken met zorg voor cliënten binnen en buiten hun regio. Elk ziekenhuis zal eerst voorrang geven aan cliënten binnen hun eigen regio. Dus voor Tergooi betekent dit logischer wijs de cliënten van de praktijken uit het Gooi en bijvoorbeeld het Meander in Amersfoort geeft voorrang aan cliënten uit regio Amersfoort. De regio Amsterdam is zo druk dat zij nooit cliënten van buiten de regio aannemen. Gooi en Vechtstreek: Heeft onze regio vaak te maken met een volmelding? Ja, wij zien met enige regelmaat dat er een volmelding wordt afgegeven. Alle praktijken hebben hiervoor een app met de verloskamers van Tergooi waarin er direct te zien is of er plek is, of niet. Verder staat er ook vaak bij wanneer er verwacht wordt dat de volmelding weer wordt opgeheven. Wat te doen: Hoe gaan we hier in de praktijk mee om? We proberen altijd eerst met jou een goede inschatting te maken van de situatie. Is er sprake van een medische noodzaak om naar het ziekenhuis te gaan of is het een niet medische wens? Hoe ver ben je op dat moment in je bevalling en verwachten we dat het snel gaat of dat het nog even kan duren? Is er een alternatieve plek te vinden? We kunnen dan gaan bellen met verschillende andere ziekenhuizen buiten de regio om te kijken of er daar wel een plek vrij is. De ziekenhuizen die we dan raadplegen zijn o.a. het Meander in Amersfoort, het Diakonessenhuis in Utrecht, het WKZ in Utrecht of het Flevoziekenhuis in Almere. Een andere optie kan zijn om thuis te blijven. Soms is dit echt een keuzemogelijkheid maar soms is er niet veel te kiezen als de bevalling te snel gaat. Het rijden naar een ziekenhuis buiten de regio kan dan ineens te ver zijn en we zullen ten alle tijden willen voorkomen dat de baby in de auto geboren wordt. Hebben we geen alternatief en is thuisblijven de enige optie? Bespreek met ons wat jou kan helpen om je hier goed bij te voelen. Wij staan altijd voor je klaar maar we staan ook altijd voor elkaar klaar. Twee collega’s weten en kunnen meer dan één dus helpen en ondersteunen we elkaar altijd waar nodig! Heb je vragen over volmeldingen in een ziekenhuis? Vraag het ons bij het spreekuur of bel ons gerust.

  • De temperatuur van je baby

    Al vanaf een uur na de geboorte van je kindje zullen we zijn/haar temperatuur controleren. Hoe zit het ook alweer met die temperatuur, wat is normaal, wat kan je doen als de baby te warm of te koud is en wanneer trek je aan de bel bij je verloskundige of huisarts? De temperatuur geeft ons informatie over hoe het met je kindje gaat en wat hij/zij nodig heeft. Bij een pasgeboren baby zullen we de temperatuur altijd “ouderwets” rectaal meten. Oorthermometers of voorhoofdsthermometers zijn niet betrouwbaar genoeg in deze fase. Een normale temperatuur van een baby zit tussen de 36.5 en 37.5. De eerste meting zal ongeveer een uur na de geboorte plaatsvinden. We willen graag weten of de baby goed warm is gebleven na de geboorte. Als het kindje geboren wordt, is het een nat mensje wat uit een omgeving van ongeveer 37 graden komt. Door het nat zijn en een omgevingstemperatuur van ongeveer 22 graden, kan de baby heel snel afkoelen. Als een baby teveel afkoelt, zal het hem/haar veel energie kosten om weer op temperatuur te komen. Om te voorkomen dat een baby na de geboorte teveel afkoelt, zullen we de baby afdrogen met warme doeken en krijgt de baby op gegeven moment een mutsje op. Dit is voor de meeste baby’s voldoende omdat ze ook lekker op mama’s warme borst liggen. Soms gebeurt het toch dat een baby na de geboorte teveel afgekoeld is en onder de 36.5 terecht is gekomen. De beste manier om een baby op te warmen is huid op huid contact. We zullen de baby dan bloot of met alleen een luier om op jouw blote borst of de blote borst van je partner leggen. Dan krijgt de baby een lekkere laag warme doeken over zich heen en kijken we een uurtje later nog eens hoe de temperatuur dan is. Warm blijven kan een baby nog wat makkelijker als hij/zij wat voeding in het maagje heeft. We zullen sowieso stimuleren om je baby aan de borst te leggen binnen dat eerste uur na de geboorte. Die paar druppels colostrum uit jouw borst bevatten veel calorieën en die kan de baby goed gebruiken na de bevalling! Wil je geen borstvoeding geven, dan krijgt je baby een eerste flesje met kunstvoeding na de bevalling. Ook in de dagen na de geboorte is huid op huid de beste manier om een kindje op te warmen. Wanneer trek je aan de bel bij een te lage temperatuur? Het kan best gebeuren dat een kindje onder de 36.5 grens zakt. Dit is niet meteen alarmerend. Volg dan het huid op huid advies op en meet het na een uur nog een keer. Is de baby dan weer mooi gestegen in temperatuur dan weet je dat het waarschijnlijk heeft gelegen aan teveel afkoeling. Dit kan o.a. komen doordat de baby zich nat geplast heeft, te koud is toegedekt/aangekleed of een verschoning lang heeft geduurd. Komt de temperatuur van je baby onder de 36.0, dan is het altijd verstandig om even te bellen met een zorgverlener. Verder zijn er nog andere dingen waar je op kunt letten als je baby een te lage temperatuur heeft. Want los van wat afkoeling kan een te lage temperatuur ook duiden op een infectie bij de baby. Dan zie je naast de te lage temperatuur dat de baby grauw of wit kan zien. Soms kan een baby een kreunend geluidje maken op de ademhaling. Je kan zien dat een kindje moeite heeft om te ademen als de neusvleugeltjes steeds wijd uitstaan bij een inademing en som kan de borstkas van de baby wat intrekken. Ouders vinden hun baby in zo’n situatie vaak sloom en slap. De baby reageert dan niet meer zoals gewend en wil vaak niet meer goed drinken. Bij dit soort signalen is bellen met een zorgverlener zeer verstandig! Zowel overdag als in de nacht. Voor een te hoge temperatuur geldt vrijwel hetzelfde. Komt de temperatuur van je baby boven de 37.5 dan is het goed om de baby wat laagjes dekens of kleding of het mutsje af te doen. Meet de temperatuur van je baby een uur later nog een keer en is het weer gezakt, dan kan je het aankijken en even in de gaten blijven houden. Komt de temperatuur boven de 38.0, is het altijd verstandig een zorgverlener te bellen! Bij een stijgende temperatuur die boven de 38.0 komt, zijn we ook altijd alert op een mogelijke infectie bij de baby. De signalen van een infectie zijn bij een te hoge temperatuur hetzelfde als bij een te lage temperatuur. Wie bel je dan? Vanaf het moment dat je kindje geboren is, zijn wij als verloskundigen verantwoordelijk voor jou en de baby. Je kan ten alle tijden, dag en nacht bellen als je zorgen hebt over de temperatuur of het mogelijk ziek zijn van je baby. Na het afsluiten van de kraamweek, dit is meestal rond dag 8 na de bevalling, gaat de medische zorg voor je baby over naar de huisarts. Wordt jouw baby in de periode na de kraamweek ziek of heb je hier twijfel over? Dan bel je met je eigen huisarts overdag en met de huisartsenpost buiten kantooruren. Er is dus altijd, dag en nacht, een zorgverlener te bereiken als jij zorgen hebt. In de eerste 6 weken na de bevalling raden we je altijd aan om met een temperatuur <36.0 of >38.0 aan de bel te trekken. Na deze eerste 6 weken, kan een kindje wat makkelijker koorts hebben zonder gevolgen, kijk dan naar hoe het met je kindje gaat en trek aan de bel als je zorgen hebt. Samengevat trek je aan de bel bij: Temperatuur < 36.0 of > 38.0 Grauw of wit zien Kreunende ademhaling Neusvleugelen en/of intrekkingen Slap zijn Sloom zijn, niet of weinig reageren Slecht drinken Heb je hier vragen over? Stel ze gerust! Je mag ons altijd bellen.

  • Inleiden of afwachten?

    Inleiden, wat houdt dat precies in? Wanneer wordt een inleiding ingezet en wat zijn de voordelen en nadelen van inleiden? Inleiden... Het inleiden van een bevalling betekent dat een bevalling opgewekt gaat worden daar waar het lichaam dit nog niet zelf doet. Inleiden kan op verschillende manieren gebeuren. De meest bekende vorm is inleiden met een infuus waar oxytocine in zit. Maar er zijn meerdere mogelijkheden. We hebben in een thuissetting de optie om te strippen en/of de vliezen te breken. In het ziekenhuis kun je inleiden met een ballon, medicatie en/of een infuus met oxytocine. We zetten alles op een rijtje maar beginnen eerst met het allerbelangrijkste onderdeel namelijk “rijpen”. In een thuissetting zijn er de volgende opties: Rijpen: Je baarmoedermond is gedurende de zwangerschap een goede, stevige, weg gekantelde en gesloten poort! Zo beschermt de baarmoedermond alles wat zich in de baarmoeder bevindt. Invloeden van buitenaf, zoals bacteriën, worden tegengehouden. Deze stevige poort laat zich niet zomaar openen. Daar moet eerst een proces van rijpen aan te pas komen. Onder rijpen verstaan we het zacht worden, verstrijken en naar voren kantelen van de baarmoedermond. Vaak zal bij dit proces de baarmoedermond zich wat openen. Dit openen noemen we ontsluiting en ontsluiting geven we aan in centimeters. Vrouwen kunnen aan het einde van hun zwangerschap dus al een beetje ontsluiting hebben zonder dat ze aan het bevallen zijn. Dit is dan onderdeel van het rijpingsproces. Strippen: Strippen houdt in dat de baarmoedermond gemasseerd wordt middels een inwendig onderzoek. Hierbij worden de vliezen een beetje losgewoeld van de baarmoedermond. Dit is nog niet het breken van de vliezen. Bij dit masseren en loswoelen kunnen er hormonen vrijkomen die de weeën opgang kunnen brengen. Strippen kan alleen als de baarmoedermond al enigszins rijp is en in ieder geval wat ontsluiting vertoont. Het werkt niet altijd, soms komen de weeën niet op gang maar wordt de baarmoedermond wel rijper. Strippen kun je nog een keer herhalen maar de eerste keer is wel de meest effectieve. Daarom is het belangrijk om niet te vroeg te strippen, de slagingskans is dan lager. Strippen doen we in principe pas vanaf 41 weken zwangerschap maar soms zijn er omstandigheden om dit eerder te doen. En uiteraard altijd in overleg met jou! Vliezen breken: Een andere mogelijkheid is het breken van de vliezen op de dag vòòr de inleiding. Dit kan alleen als de baarmoedermond rijp is en er minimaal 2 cm ontsluiting is. Zeker bij vrouwen die niet hun eerste kindje krijgen, blijkt dit zeer effectief! In het ziekenhuis zijn er de volgende opties: Ballon: Stel dat er een inleiding nodig is maar je baarmoedermond is nog niet rijp. Dan kan er nog niet gestart worden met een infuus met oxytocine. Je zal dan eerst een ballonnetje krijgen. Een ballonnetje wordt door middel van een inwendig onderzoek via een kleine sonde geplaatst in je baarmoedermond. Door dit ballonnetje dan wat op te blazen (met water) forceer je de baarmoedermond een beetje open. Het ballonnetje blijft daar dan zitten en zet zo het rijpingsproces versneld in gang. Meestal zien we dat vrouwen na het plaatsen van een ballonnetje, 24u later “rijp” zijn voor de verdere inleiding. Medicatie: Het rijpen van de baarmoedermond kan ook versneld worden door het geven van vaginale tabletjes waar het hormoon prostaglandine in zit. Deze tabletjes heten Misoprostol. Ook hier zie je dat over het algemeen je 24u later rijp genoeg bent om verder te gaan met de inleiding middels infuus. Infuus: Bij de start of doorstart van een inleiding zullen eerst je vliezen gebroken worden waarna je een infuus krijgt met oxytocine. Oxytocine is het hormoon wat zorgt voor weeën. Je lijf maakt ook oxytocine aan als je spontane weeën hebt. Door het toedienen van oxytocine kun je de baarmoeder aanzetten tot weeën. Hoeveel oxytocine er nodig is, wisselt per persoon. Sommige vrouwen reageren direct met goede weeën op een klein beetje oxytocine maar anderen hebben een hoge dosering oxytocine nodig om de weeën te laten starten. Het oxytocine infuus is aangesloten op een pomp die gedoseerd een hoeveelheid afgeeft in je bloed en deze hoeveelheid wordt langzaam opgevoerd naar mate de tijd vordert, dat zal gebeuren op geleidde van jouw weeën en ontsluiting. Inleidingen kunnen vlot verlopen maar ook erg lang duren. Als jouw lijf nog helemaal niet klaar was om te bevallen, zal een inleiding langer duren. Voor-en nadelen van inleiden: Het grote voordeel van inleiden is dat je een bevalling in gang kan zetten als dit medisch gezien noodzakelijk is. Inleidingen worden bijvoorbeeld vaak gebruikt bij zwangere vrouwen met een te hoge bloeddruk of bij ongeboren kindjes met een groeiachterstand. In deze situaties kan afwachten tot medische problemen leiden en is inleiden een hele goede methode. Wat ook wel als voordeel wordt ervaren door vrouwen is dat ze meer grip hebben op wanneer de bevalling gaat plaatsvinden. Het stukje controle en niet langer meer te hoeven wachten wordt als prettig ervaren. Toch kan inleiden ook (forse) nadelen met zich meebrengen. Je gaat immers een baarmoeder laten starten waar deze dat zelf nog niet van plan was. Inleiden kan daarmee ook voelen als duwen tegen een dichte deur. Inleidingen vinden altijd in een medische setting plaats. Je kindje zal tijdens de hele bevalling gemonitord worden (banden om je buik en soms een schedel elektrode op het hoofdje van de baby). Je hebt een infuus wat de hele bevalling in je arm blijft zitten. Je bent ondanks deze snoeren wel mobiel en je kan bijvoorbeeld rondlopen of onder de douche. Toch ervaren vrouwen bij een inleiding wel dat ze veel op bed zijn. Als een baarmoeder matig reageert op de oxytocine, kan een bevalling erg lang duren, zowel de ontsluiting als het persen. Ook zien we dan vaker na de bevalling dat de baarmoeder niet goed samentrekt waardoor de placenta niet of moeizaam geboren wordt en er ook sprake kan zijn van overmatig bloedverlies. Soms kan het zelfs gebeuren dat een inleiding niet slaagt. Ondanks alle pogingen om de bevalling te laten starten, wil de baarmoeder echt niet meewerken en komt de ontsluiting niet of weinig op gang. Dit noemen we ook wel een “failed induction”. In zo’n geval wordt er soms gekozen voor een keizersnee maar soms ook om te stoppen en later pas weer verder te gaan met de inleiding. Aan de andere kant zien we ook dat een weeënstorm vaker voorkomt bij een inleiding, je lijf reageert dan te sterkt op de toegediende oxytocine. Sommige onderzoeken laten geen verhoogde kans op een keizersnee zien, maar andere weer wel. Er lijken ook nog onbekende nadelen te zijn op lange termijn bij inleidingen, o.a op de ontwikkeling van kinderen. Dit wordt momenteel onderzocht. Veel vrouwen ervaren een inleiding als heftiger dan een spontane bevalling. Ze ervaren meer pijn en hebben vaker pijnbestrijding nodig. Vooral deze ervaringen maken dat vrouwen achteraf vaak zeggen dat de inleiding tegen viel en dat ze dit een volgende keer niet snel zullen kiezen. Uit onderzoek blijkt ook dat vrouwen negatiever terugkijken op een inleiding dan op een spontane bevalling. Ze hebben het gevoel minder betrokken te zijn bij de besluitvorming. Ook de WHO raad inleiden voor 41 weken zonder medische indicatie af. Dit is een belangrijk gegeven om mee te nemen in je keuze voor een inleiding. Wij zien in de praktijk steeds vaker de vraag om een inleiding. Meestal heeft dit te maken met het zat zijn van de zwangerschap, lichamelijke ongemakken, de belasting van het wachten en niet kunnen controleren wanneer er wat gebeurt. We zullen altijd de voor- en nadelen bespreken van inleiden maar ook wat we kunnen doen om je door deze lastige laatste dagen/weken te helpen. Vaak kan een extra controle en wat meer mentale ondersteuning al een hoop goed doen! Heb je vragen over een inleiding? Stel ze ons bij je controle-afspraak of bel ons!

bottom of page